Speeches, Mirella, Wilma, Alieke Koopman, Ministerie van SZW
Hierbij de speeches van Mirella, Wilma, en Alieke
Mirella:
Verdrietig ben ik omdat,
We zoveel hoop hadden dat het ging lukken.
Het laatste telefoongesprek waarin Ronald vertelde dat er een donorhart beschikbaar was, waren we zo blij.
Max zei : "Ronald dan kun je weer zwemmen!" En Bart vond dit een heel mooi kerstcadeautje voor Ronald.
In hetzelfde gesprek tweede kerstdag vroeg Ronald nog belangstellend aan me: "wat maak je?", ik zei "frambozentaart" "oh, lekker maak je er ook een voor mij", ik reageerde: "voor jou bak ik er wel tien!".
Verdrietig ben ik omdat ik teveel tijd heb voor de herinneringen die we samen hebben.
Dankbaar ben ik omdat,
we mooie momenten hebben gedeeld.
Kerstavond hebben we samen gegourmet. Niet iets voor Ronald, maar omdat de kinderen dat zo leuk vonden. Ronald had voor een weeshuis eten in huis gehaald en er weer iets heel bijzonders van gemaakt.
Het afzwemmen van Bart, net twee weken geleden. Super trots was Ronald op hem. Want geheel objectief, zei hij, vond hij Bart het allerbeste zwemmen.
Het vieren van Ronald zijn verjaardag op de IC in 2012. Nog zo' n moment. Eigenlijk te druk op de IC, met Flore, Nathan, Max en Bart tekenend op de grond. Ronald genoot in stilte.
Bijzonder vind ik hoe gastvrij Ruth en Ronald waren toen Bauke en ik een aantal maanden bij hun in huis hebben gewoond in 2001. Om en om een kookbeurt was de tegenprestatie, zei Ronald guitig. Dat was nogal wat vond ik, want met zo ' n topkok in huis. Al was die twijfel nergens voor nodig. De boodschap die Ronald me vaak gaf, was "je doet het goed, het hoeft niet beter of anders".
Ik herinner mij ook goed dat op een avond Bauke en Ruth aan het werk waren en dat Ronald voorstelde uit eten te gaan. Dat verrasste mij zomaar op een doordeweekse dag uit eten met je schoonvader. Gewoon heel gezellig.
Gezellig was het vaak aan tafel of op pad. Ik kon gewoon de slappe lach met Ronald hebben.
Herinneringen waar ik dankbaar voor ben.
En als laatste wil ik zeggen: Ruth, we laten je niet los, he
Wilma:
Als je een telefoongesprek met Ronald beëindigde zei hij steevast “Hoi plezier”
Dat is kenmerkend voor de manier waarop hij in het leven stond, er naar streven het leven zo goed en zo aangenaam mogelijk te maken voor degenen om wie hij gaf.
Mooi en aangenaam voor Ruth en Bauke en Mirella, de kleinkinderen en als een steen in een vijver vervolgens in wijder wordende kringen voor steeds meer mensen.
Etentjes en uitjes die tot in de perfectie geregeld werden en heel bijzonder, eten moest niet alleen lekker zijn, maar ook mooi.
Maar ook:
Toen ik eens een verdrietige periode doormaakte was het Ronald die me belde en voorstelde een dagje te gaan rijden en later lekker te gaan eten om de zinnen te verzetten.
En:
Ik zie nog voor me hoe hij onze moeder troostte bij het overlijden van mijn vader, haar met dat hele grote lijf omarmde alsof hij alle verdriet wilde absorberen
Ik weet nog goed dat ik, in het voorjaar van 2010, met vakantie in Denemarken, een sms’je kreeg:
Lig in het ziekenhuis in Utrecht, vochtprobleem.
Ik belde terug en kon horen hoe benauwd hij het had.
Nee, we hoefden niet terug te komen, alles onder controle.
Toen ik later belde ging het al beter.
En daarna, terwijl hij nog steeds in het ziekenhuis was een nieuw berichtje:
Over een paar maanden wordt Cora (moeder van Ruth en mij) 90 jaar. Zullen we er een beetje groot feest van maken? Ik denk dat het wel in de Engelberthahoeve kan.
Als je akkoord bent kan ik wel vast beginnen met de organisatie.
Dat is volgens mij typisch Ronald, altijd bezig met het leven een beetje mooier te maken voor de mensen om wie hij gaf, alles tot in de perfectie regelen zodat het een mooi feest zou worden en het werd een perfecte dag.
Ook als hij worstelde met zijn gezondheid bleef hij bezig met de andere, mooiere dingen van het leven.
Hij liet zich er niet onder krijgen.
Met een bewonderenswaardige veerkracht energie en humor kwam hij steeds weer over alle tegenslagen heen.
Ik denk niet dat er veel mensen zijn die die unieke eigenschap hebben, altijd met volle overtuiging bezig de goede en mooie dingen op te zoeken, te krijgen en te geven.
Het laatste telefoontje: Hoi, ik ga zo naar Utrecht, er is een hart. Nee je hoeft niet direct te komen, bel maar met Ruth om een uur of twaalf, dan weten we of het echt doorgaat en hoe lang het gaat duren.
Daarna de lange stilte en het vreselijke bericht.
Er is een grote leegte, maar ik zal aan hem blijven denken als de man die mijn zuster gelukkig heeft gemaakt
Alieke:
Afscheid Ronald
Werk was belangrijk voor Ronald. Zowel voor hem persoonlijk alsook in de zin dat hij overtuigd was van het vormende karakter dat het hebben van werk heeft op mensen. Het kwam dus goed uit dat hij die zienswijze en overtuiging kwijt kon in zijn eigen werk bij Sociale Zaken. 32 jaar lang. Altijd gericht op verbetering van de sociale zekerheid, om mensen met een handicap of andere achterstand op de arbeidsmarkt een betere toekomst te geven.
Hoe herinneren wij ons als collega’s Ronald?
Kernwoorden zijn voor mij: gedreven, overtuigend en heel erg innemend en aardig.
Werkinhoudelijk kon Ronald zijn gedrevenheid en overtuigingskracht uitleven op het dossier tegenprestatie. Onder minister Kamp moesten bijstandsgerechtigden verplicht werken, een zogenoemde tegenprestatie leveren, om hun uitkering te kunnen blijven ontvangen. Onder staatssecretaris Klijnsma werden de scherpe randjes daar wat van afgehaald, maar volgens de SP is dit nog steeds dwangarbeid. Kamerlid Karabulut en Ronald, bij monde van de staatssecretaris, hielden er een lange en intensieve werkrelatie aan over. Wekelijks waren er wel kamervragen, mondeling of schriftelijk, en wekelijks kweet Ronald zich weer opgewekt van zijn taak een mooi antwoord te dichten.
Deze zomer nog maakte hij een prachtige brief aan de Tweede Kamer, waarin hij de lijnen uiteenzette voor de wijze waarop verdringing op de arbeidsmarkt moet worden voorkomen. Aan die lijnen, daar werken we nu nog aan, samen met de VNG.
Het was ook goed te merken dat Ronald werk leuk vond en dus ook emotie in zijn werk legde.
De sociale zekerheid is best ingewikkeld, maar Ronald wist goed hoe het stelsel in elkaar zat en hoe de hazen liepen. Hij kon dat ook goed overbrengen.
Dat was ook deel van zijn overtuigingskracht. Hij bracht argumenten, maar kon zijn betoog ook met bloemrijk taalgebruik kracht bij zetten. Argumenten klonken vaak toch nog net wat beter als hij er ook nog wat stevige taal of een krachtterm in vervlocht. Ook al wordt het vaak van Rotterdammers gezegd, voor Ronald als Amsterdammer gold toch ook echt: niet lullen maar poetsen.
Het werk van Ronald zetten we voort.
Kenmerkend vind ik zijn aardigheid als mens en collega.
Ronald was altijd bereid te helpen. Loyaal en zorgvuldig. Hij oogde groot en sterk en zo was hij ook: je kon op hem bouwen en indien nodig, op hem leunen. Hij was iemand met wie je eventueel wel van mening kon verschillen maar geen ruzie kon hebben. Ronald was fijn, warm en hartelijk. Een echte levensgenieter. Het is knap en bewonderenswaardig hoe hij, ondanks zijn eigen sores, zeer betrokken was bij zijn naasten.
Zijn zorg voor anderen komt ook naar voren uit de manier waarop hij is omgegaan met het hartfalen waarmee hij al jaren kampte.
In 2012 kreeg Ronald een steunhart. Ook tijdens deze zeer intensieve en zware periode van herstel bleven de banden met het werk nauw. Zo werd ik destijds door Ronald gebeld zo ongeveer op het moment dat Ronald de operatiekamer werd ingereden. En wij hadden de primeur van zijn eerste telefoontje na die eerste operatie. Dankzij Ruth haar e-mails bleven wij nauw betrokken bij zijn herstel en leefden we intens met hen mee. En Ronald bleef, ook in het ziekenhuis, graag op de hoogte van wat zich op het werk afspeelde. En hij wilde dan ook al heel snel nadat hij in augustus weer naar huis mocht, aan het werk.
Ronald zat vol goede moed en had heel veel zin om weer op kantoor te verschijnen. Wij waren wel een beetje ongerust. Ronald piepte geregeld, het ene piepje was prima, dan moest er een batterij gewisseld worden, andere piepjes vereisten actie. Maar welke?
Om aan de bezorgdheid van collega’s iets te doen, nodigde Ronald Ben van het UMC uit om tijdens ons afdelingsoverleg uitleg te geven over het steunhart, de piepjes, welke draadjes waar in het apparaat moesten, dat we niet in paniek moesten raken als we geen hartslag voelden, want die kon je sowieso niet meer voelen bij Ronald en het noodnummer dat we altijd konden bellen. Deze sessie gaf ons ook zelfvertrouwen en als Ronald weer eens piepte, konden we hem aansporen nu maar eens de batterij te vervangen.
Ook na het steunhart waren er nog geregeld tegenslagen. Wanneer hij deze overwonnen had, wilde hij zo snel mogelijk weer online zijn om zo collega’s te ontlasten van het werk dat zij van hem hadden overgenomen.
Ronald was de belichaming van een positieve instelling. Ondanks alle tegenslagen bleef hij optimistisch en vol humor. Je gaat niet zo maar dood, zei hij dan. Maar ook, na zijn operatie eind oktober: Ik ga nu wel heel snel door mijn zeven levens.
We waren blij dat Ronald, samen met Ruth, op 15 december het kerstfeest met ons heeft meegevierd. Op woensdag 23 december om 16 uur 08 ontvingen wij zijn laatste mailtje.
“Voor zover ik het al niet gedaan heb, voor iedereen hele plezierige dagen en een uiterst gelukkig en gezond (hoezo eigenbelang?) nieuw jaar gewenst van Ruth en mij. Ik hoop jullie allemaal weer snel te zien en verheug me al op het beantwoorden van nieuwe vragen van Karabulut, over verdringing, tegenprestatie en wat al meer.
Bedoeling is dat ik in januari voor een gedeelte van de werktijd weer aan de slag ga, en - zo dat mogelijk blijkt - een deel daarvan in Den Haag.
Vriendelijke groet
Ronald Friedel”
Het heeft niet zo mogen zijn.
Zoals John Lennon zei ‘Het leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt.’ Ronald wist dat en deed dat. Ook de dood is dus gekomen terwijl hij optimistisch en humorvol vooruitkeek en plannen maakte. Zo zullen we hem ons herinneren.
Dag lieve Ronald, we gaan je missen, en zullen je niet vergeten.
Rest volgt,
Groet,
Bauke
reacties op: www.ronaldfriedel.nl